De Spiegelzaal is een begrip

Door Peter de Jaeger


Plof! Vier dikke ordners landen op tafel. Lilian Joosen heeft niet stil gezeten. Het archief vol flyers, affiches en krantenartikels is  een verzameling van kunstzinnige activiteiten in de Spiegelzaal, tussen 1993 en 1996. “Moet je nagaan, daarnaast werkte ik nog gewoon overdag als grafisch vormgever”, zegt ze. Tegenwoordig runt zij de Stadsgalerij aan de Oude Vest en exploiteert het spiritueel centrum de Copacabana aan de Overakkerstraat.
De Spiegelzaal -gevestigd aan Reigerstraat 22A, pal naast de Graanbeurs-  van 1993 is eigenlijk een herleving van de Spiegelzaal uit 1973. In dat jaar studeerde Laurens Siebers af aan St.Joost. Deze oud-medewerker van De Beyerd en beheerder van de Grote Kerk bewoonde het pand als eerste anti-kraker van Breda. Hij wilde een expositie die afweek van het gangbare eindexamenwerk. Vijftig spiegels in alle maten, vormen en soorten werden door hem opgehangen in een bevreemdende zaal, beplakt met aluminiumfolie, die al een paar jaar dienst deed als klaslokaal van St Joost. Elke spiegel stond model voor een persoon, variërend van Elvis Presley en Cliff Richard tot koningin Wilhelmina en Assepoester.

Achterliggende gedachte was dat iedereen zich kan spiegelen aan die voorbeelden en uiteindelijk zelf een kunstwerk is. De vader van Laurens, een beroemd architect, schreef een filosofische bespiegeling over dit onderwerp onder het klassieke motto “Wie lacht niet, die de mens beziet”. Siebers noemde zijn tentoonstelling Het Spiegelgeding.
Twintig jaar later woont Lilian Joosen in het statige herenhuis, waar ooit de heren van Breda bij elkaar kwamen voor feesten en bals en later onderdak bood aan de voorloper van het Stedelijk Gymnasium. De danslerares, grimeuse en theatermaker ziet wel mogelijkheden om hier een stadsgalerij te beginnen. “Ik wilde al heel jong een galerie van mezelf. Toen die ruimte vrij kwam, en de Stadsgalerij in de gangen van schouwburg Concordia op een laag pitje stond,  ben ik er gelijk op ingesprongen. Maar dan moet ik het wel meteen groots aanpakken om een punt te maken en mijn naam te vestigen”, vertelt ze. En dat deed ze. Ze nodigt ongeveer veertig kunstenaars uit die ze kent van St.Joost en wil voortborduren op het idee van het Spiegelgeding, maar dan anders.  “Ik wilde de spiegel als metafoor gebruiken. De kunstenaars dienden zich te spiegelen aan hun eigen werk uit het verleden. Daardoor kon je hun ontwikkeling zien. Ik zie dat als een vorm van spiegelen in de tijd”.
Elke deelnemer van het Spiegelgeding II diende drie kunstwerken te tonen. Een uit de periode 1970-1973, een uit de jaren 90 en eentje die beide werken verbindt en exemplarisch is voor de tussenliggende twintig jaar.  Omdat het om een grote groep kunstenaars ging, is de presentatie in twee delen gesplitst. Klinkende namen deden mee, waaronder Teun Hocks, Pieter Laurens Mol, Paul den Hollander, Moniek Toebosch, Sef Peeters en Harrie de Kroon. Saillant detail: Moniek Toebosch draaide begin jaren ’70 in De Spiegelzaal haar eerste film.
Na het doorslaand succes van die  expositie in 1993 was De Spiegelzaal meteen een begrip in Breda. “Daar heb ik wel voor gezorgd”, lacht ze. Iedereen wilde er graag zijn ding doen. Dat was niet alleen beeldende kunst, maar ook theater, muziek en film. De uitnodigingen maakte Lilian vaak zelf. Ook het logo van de Spiegelzaal komt uit haar grafische koker. 
Er zijn vele spraakmakende manifestaties geweest die de pers haalden. Een ‘spiegelmaal’, waarbij een chocoladetaart  in de vorm van een penis gezamenlijk werd verorberd, haalde de kolommen van Opzij. De opening van een schilderijenexpositie van een vriendin van Marlies Dekkers, waarbij lingerie werd geshowd op een catwalk, was voorpaginanieuws voor De Stem.  Ties Poeth presenteerde er zijn nieuwste animatiefilm Joelfeest. Jossy Albertus en Annabel Oosteweeghel draaiden er hun jongste productie. Jaap de Vries exposeerde er zijn schilderijen. Teater 77 speelde er ‘Who’s afraid of Virgina Woolf’.

Er was een kindertentoonstelling ‘Geen kunst aan/Uit de kunst’. Ook poppentheater en andere kindervoorstellingen, zoals ‘Het petje en de kast’ door Adriaan Muller. Cultvideotheek Next Page draaide er underground films. Stichting Idee-fixe maakte ‘Un suite transfiguree’: stomme films met muziek van Frank van der Kooij en begeleid door  absurde teksten van Martin Koeman. Ook waren er dansvoorstellingen, zoals Foszielen van een beginnende Jack Timmermans, nu van De Stilte,  samen met zijn leraar van  de Dansacademie. Er hingen foto’s van roodharigen aan de muur als een soort voorloper van de Roodharigendag. Ook was ze haar tijd vooruit met Afrikaanse kunst. En ze deed mee aan Cultureel Gekleurd.  Lilian: “We hadden ook een klassieke salon met pianomuziek van Schumann en zang. Ook een keer iets gedaan met vier piano’s. Heel mooi”.
Alles wat in De Spiegelzaal gebeurde stond ze voor de volle honderd procent achter.
“Dat is in de Stadsgalerij wel anders. Daar moet ik vooral zorgen dat de huur wordt betaald en daarom kan ik niet alleen maar mijn eigen dingen neerzetten.”
Ze is apetrots dat ze Henk Cornelissen heeft weten te strikken voor een expositie. “Die man, mijn docent op St Joost,  is maar twee keer in zijn leven naar buiten getreden. Dat was in De Spiegelzaal en pas geleden in de Stadsgalerij. Prompt daarop kreeg hij de Cultuurpijs van de Stad Breda”. Zelf is Lilian trouwens gelouwerd in de Grote Kerk tot Vrouwe van Breda.
Voordat Lilian in 2004 in de Stadsgalerij terechtkwam heeft ze flink wat rond gezworven. Eerst aan de Markendaalseweg, in de kelder van het oude Florijncollege, toen in Zevenbergen in een kapel en daarna kwam de Copacabana. “Maar hier zijn allemaal schuine wanden en daar kun je geen schilderijen ophangen. En alles  aftimmeren is geen gezicht. Toen ik in 2004 de sleutels van de Stadsgalerij kreeg ben ik daar verder gegaan met exposities.  Maar het allerleukste is en blijft toch mijn  tijd in De Spiegelzaal.”
Misschien dat die tijd ooit herleeft in 2010. Ze denkt erover om in het kader van het project Spiegelhol eventueel een Spiegelsalon te organiseren. Wie weet: Het Spiegelgeding III?