Lezing Betty Orange over spiegelneuronen

(voor opening Spiegelholproject Pieter Vastbinder, 9-8-2008)

Spiegelhol betekent voor mij een geestelijke oefenruimte. In die ruimte kunnen mensen zich aan elkaar spiegelen. Ze kunnen elkaar nadoen, napraten, op die manier van elkaar leren en dan, met een beetje goede wil, elkaars dromen misschien wel verstaan.

Het klopt wel dat het kruispunt hier bij ons voor de deur gevaarlijk is.
Verleden week reed ik er nog een fietser dood. Gelukkig heeft geen mens dat gezien. Het voorwiel van zijn fiets was helemaal dubbel geklapt. Ik heb die fiets maar mee naar huis genomen.
Aan mijn huisgenoten heb ik het gewoon verteld, want we hebben geen geheimen voor elkaar. We hebben ontdekt dat we haast dezelfde gedachtewereld hebben en dat we iets belangrijks gemeen hebben. We willen kunnen vliegen! Daar maken we nu serieus werk van.

Voor een tijdje woont er een Syrische vrouw bij ons in huis, Raghad El-Bahhady. Ze is natuurkundige en heeft een apparaat ontwikkeld waarmee je infrasoon geluid hoorbaar kunt maken. Samen met iemand van TNO doet ze daar nu experimenten mee.
Raghad verwondert zich over hoe Hog, Nadè, Kacel en ik met elkaar praten. Het klinkt anders dan Nederlands, vindt ze. Bij toeval heeft ze ontdekt dat ze met haar apparaat onze gesprekken in begrijpbare taal kan omzetten! Ze veronderstelt nu dat wij met elkaar communiceren op een onderbewust laag frequent niveau…. en dat dit kan verklaren waarom iemand zich wel tot de ene persoon aangetrokken voelt maar niet tot de andere. Net als geur.
Omdat het niet haar vakgebied is, gaat ze haar bevinding voorleggen aan een linguïst. Het zou volgens haar tot een interessant onderzoek kunnen leiden.

Vandaag waren er drie jongens van Raghads werk bij ons in huis en een man van de Letterenfaculteit. Hij doet onderzoek naar de evolutionaire ontwikkeling van taal. Hij is geïnteresseerd in de taal die wij binnen onze groepjes met elkaar spreken, zeg maar ons eigen slang. Hij en Raghad noemen het LFL-talen.
We moesten zomaar wat gaan praten in ons eigen slang en dan kijken of we elkaar konden begrijpen. Ik begreep niets van die jongens, Nadè, Hog en Kacel ook niet. En zij begrepen niets van ons. De talenman glunderde. ‘Dit zou de hele theorie van taalontwikkeling wel eens op zijn kop kunnen zetten!’ zei hij. Wij worden zijn proefkonijnen.

In het laboratorium van de Letterenfaculteit zijn de drie jongens er ook weer. We krijgen allemaal een stel elektrodes op ons hoofd. De talenman zegt dat dat is om de activiteit van onze zogenaamde slangneuronen te meten. Zijn hypothese is dat de slangneuronen die bij mij en mijn huisgenoten actief zijn als wij onze LFL-taal spreken andere zijn dan die bij de drie jongens als die hun LFL-taal spreken. Als zijn hypothese klopt, wil hij nagaan of de niet-actieve neuronen (die bij de andere groep wel actief zijn) te trainen zijn en of wij die jongens dan wel kunnen begrijpen.

We hebben nu een paar testdagen in het lab achter de rug en ik ben schor van het praten. Normaal praat ik nooit zoveel. De hypothese van de talenman lijkt te kloppen! Als Hog, Nadè, Kacel en ik met elkaar in onze LFL-taal praten, vuren er andere zenuwcellen dan bij de drie jongens wanneer die in hun LFL-taal praten. Ze liggen wel in hetzelfde hersengebied, de premotorische cortex. Al of niet actief, bij ieder van ons zeven lijken wel allemaal dezelfde zenuwcellen aanwezig te zijn. Volgens de onderzoeker is het verschil in neuronactiviteit gekoppeld aan het verschil in onze wensdromen en het daaruit voortvloeiende verschil in gedragsrepertoire. Wij willen vliegen en zijn bezig met vliegexperimenten, zij willen onder water leven en zijn bezig met duikexperimenten.

Spiegelneuronen in het premotorische deel van de hersenen zijn actief als je een beweging uitvoert. Ze blijken ook actief te zijn bij het waarnemen van gedrag. De neuronen vuren alleen bij het waarnemen van gedrag dat ook in het eigen gedrags-repertoire zit. Een gitarist die naar een virtuoos spelende Jimi Hendrix kijkt, zal zijn spiegelneuronen activeren. Bij iemand die nooit een gitaar heeft vast gepakt, doet de aanblik van Jimi Hendrix geen spiegelneuronen vuren. Omdat spiegelneuronen vuren op het moment dat iemand een ander iets ziet doen, is ook de link met het leren van een beweging door imiteren snel gelegd.
Spiegelneuronen zitten in hersengebied 44, dat samen met gebied 45 het Broca-gebied vormt, bekend vanwege de functie als taalproducent.

Naar Bekkering en Rizzolatti  ¹
 

De talenman legde uit dat mensen in aanleg allemaal dezelfde neuronen hebben. Bij het ene individu is echter de ene groep neuronen beter ontwikkeld, bij een ander weer een andere groep. Hij vermoedt nu dat het ontstaan van LFL-taal gekoppeld is aan het hebben van een wensdroom en het gedrag dat daaruit volgt. En dat er verschillende soorten LFL-talen zijn, afhankelijk van het type wensdroom. Een specifieke wensdroom leidt tot de activering van een specifieke groep slangneuronen in de premotorische cortex en daaruit ontstaat een bepaalde LFL-taal. Mensen die dezelfde wensdroom hebben en waarbij dus dezelfde groep slangneuronen specifiek actief is geworden, kunnen met elkaar op LFL-niveau communiceren. En mensen die geen wensdroom hebben, zullen helemaal geen LFL-taal ontwikkelen.
De talenman wil nu onderzoeken of neuronen in ruste tot vuren gebracht kunnen worden door het kunstmatig ontwikkelen van een wensdroom. Zo ja dan is hij benieuwd of dat leidt tot het ontstaan van een LFL-taal en of dat dan dezelfde taal is als die van mensen met dezelfde wensdroom. 
Hij gaat dat met ons testen. Eerst probeert hij bij mij en mijn huisgenoten de wensdroom aan te kweken om onder water te leven door ons samen met de drie jongens duikexperimenten te laten doen. We hebben al een trainingsschema gekregen. Vermoedelijk gaat het lang duren, minstens een half jaar.

Sympathie, het vermogen om met een ander mee te voelen en empathie, het vermogen om zich in een ander te verplaatsen, zijn unieke mentale vermogens, de allerbeste die we hebben. Ze hebben het evolutionaire succes van de menselijke soort mogelijk gemaakt. 
Naar Charles Darwin  ²
 

Spiegelneuronen helpen ons de beweging te leren die iemand anders voordoet. Vermoedens over de betrokkenheid van spiegelneuronen bij taal en empathie bestaan al zeker vijf jaar. Overtuigend empirisch bewijs laat echter nog op zich wachten.
Naar Bekkering en Rizzolatti  ¹

De drie duikdromers hebben om te beginnen drie dagen duikexperimenten bij de oude Haven voor ons in petto. Lekker dicht bij ons huis, dan kost het niet zoveel tijd. Ik wil best duiken maar mijn hoofd staat er niet zo naar. Sinds een paar dagen lijken alleen mijn liefdesneuronen te vuren, tevergeefs. En de sprinkhanen gaan maar te keer.
Al kan ik momenteel zelfs mijn huisgenoten amper verstaan, ik kan de hele wereld aan. We hijsen ons in duikpakken, krijgen zuurstofflessen om en lopen naar de kade……    Hè?!… Er ligt iemand in het water! Hij spartelt paniekerig en murmelt wat. Verrek, het is die fietser!
Verdunne, wae mij rijderbij? Wat het dag en nag ana dragen! Quek.” „Wát zegt hij?”
Ik versta het niet precies maar ik geloof dat hij zijn fiets kwijt is,” zegt een van de duikdromers.
„Hoe kan het dat jij daar wat van verstaat?”
……… De talenman, weet je nog……?” mompelt-ie.
Kom, we gaan hem helpen, heb je meteen een mega duikervaring.”
Tegen de fietser roept hij: „Waka huia haften!
blù…….Tank gadè!
Spring maar, Betty.

Ik weet best dat de duikers en de fietser laagfrequente geluiden maken. Ik hoor niets. Ze hangen voor me, plat als een affiche. De fiets vinden we niet…..uiteraard. De fietser hijsen we met moeite op de kade. Hij is uitgeput en snikkend stamelt hij zijn verhaal.
Kwas aankraden da dame mit plasje med drasje. Mij rijderbij zag na meer….
Zee…   ’t is wel meermin. Pla ka ko quam!

„……………… Merman gang nog spuiten kwijt?” vraagt de droomduiker.
„…………………………………………………………………………………?
„Nee, in aqua dachten zij. Bas ban doken bij reddelingsbaai daka.
„………………………    Vissutassi en vaal fytaslakton?”
„……………    Na anabaeroob aenitra nabonaeroob ammovlooi.
„…………………   Va ba naerobla?”
Ammovlo jamma dak dok aenitra bla
„………………………   Bla baeroob dus blus dak slakton.”
Daka reddeling da blub

Anablub sluk jamma dub.

Echt goed verstaan doen ze elkaar toch niet volgens mij.

Kacel, Hog en Nadè blijken onder water wel geluiden gehóórd te hebben maar niet verstaan.
Ik moet de sprinkhanen in mijn buik temmen en meer melk in mijn koffie.


¹ Gaby van Caulil, Een cel voor na-apen (naar H. Bekkering en G. Rizzolatti in diverse artikelen in Nature en Science, 1992-1999). Bionieuws, Utrecht, 21 november 2003.
² Ludo Hellemans, Mensenrechten en dierenliefde, Darwin spreekt. Bionieuws, Utrecht, september 2005.