Tekst Performance Spiegelhol 9 aug. 2008

van en door Anselma Bueler

(kijkt in handspiegeltje)
(zingt eerste stukje van Laat me van Ramses Shaffy)

Ik ben misschien te laat geboren
Of in een land met ander licht
Ik voel me altijd wat verloren
Al toont de spiegel mijn gezicht…

Hè, ik kan wel zien dat ik op vakantie ben geweest.
Nou kmoet zeggen, dak nie ontevreden ben met wat ik zie.
Xit in een fase dak vind dakt erg met mezelf getroffen heb.
Als je bedenkt dat ik toch ook wel een paar jaartjes ouder ben
En dat ik er dan toch nog zo uitzie, da’s gewoon geweldig

En dan kun je wel denken: o o o, wat zegt ze nou allemaal, maar ik ben gewoon dankbaar met wat ik heb

De kinderen in Afrika hebben vaak geeneens een spiegeltje, laat staan een heel spiegelbeeld.

Kwas op vakantie in Spanje, te gast bij vrienden met een kasteel. Da’s nie materialistisch; als je kan kiezen tussen mensen die in een kasteel wonen en mensen die in een huis wonen…

(intro “Strange I’ve seen that face before” klinkt)

Keb gezwommen in de Middellandse zee, kwas er toch, en ik was niet de enige hoor. Er waren meer mensen die erin dreven maar xat op het verkeerde strandje. Rotsen, zeeegels, wilde ik een stap opzij doen, liep ik bijna tegen een kwal aan. En toen nog één, nog één, kdenk jeetje overal kwallen. Ging ik naar de andere kant op mijn rug drijven, ja je moet je toch proberen over te geven, als je in de Middellandse zee niet kunt ontspannen waar dan wel, keek ik op, even checken hoe het met mijn omgeving gesteld was, zag ik zo een kwal over mijn buik heen drijven. Xrok me rot, probeerde weg te drijven, sloeg met mijn arm tegen een snorkelende man aan. Contact!

Zie je, je hoeft je profiel niet op internet te zetten, er is veel vis in de zee.

Hij deed zijn snorkel en bril af, en vreemd, nu is de Middellandse zee onwijs groot, zul je net zien, ik kende hem ergens van…

(zingen: Strange I’ve seen that face before)

(op intermezzostukje)
Hij stelde me gelijk voor om een hotelletje in te duiken,  t was een hotelletje bovenop een berg, met alles d’r op en d’r aan, twas all inclusive…Ik kan je wel vertellen, die kamermeisjes werken hard! Ze zijn echt overal tegelijkertijd. In de lift, op de gang, in je hotelkamer…En toen dacht ik; dit is de ergste baan die er is. Terwijl je werkt moet je toezien hoe andere mensen lekker ontspannen aan het nietsen zijn.
Een enorme somberheid overviel me. Er was geen beweging meer in me te krijgen. Gauw ging ik terug naar het kasteel. Ik hing mijn bikini aan de lijn tussen de platanen, hij was nog wat vochtig van de zee, en t was net of die platanen dachten; lekker makkelijk, en wij kunnen die lijn zeker weer strak houden. Ik dacht; ja kom op, daar zijn jullie toch voor. Maar het liet me toch niet los. Ik raakte wat gespannen.

Ik liep de kelder van het diep middeleeuwse kasteel in om een fles wijn te halen. Hele oude wijn want er was in geen jaren meer iemand in die kelder geweest, niemand durfde. Ik voelde het zware kasteel op de gewelven rusten. Ik kreeg medelijden met de gewelven. Al die tijd hadden zij de ruimte moeten open houden. Voor wie? Het werd me zwaar te moede. Ik voelde het gewicht van de gewelven op me drukken.

Ik had wat lucht nodig en liep naar de uitkijktoren. Toen begon toch die uitkijktoren tegen me aan te zeiken; ja ik sta hier zeker voor mijn lol uitkijktoren te wezen. Niemand kijkt uit. Ik beloofde uit te kijken.

Toen ik de wenteltrap afdaalde, gebeurde er iets raars. Ik raakte mijn gevoel van vrijheid kwijt. Ik verloor mijn derde dimensie.

Het spiegellied (a capella)

Sierlijk kwetsbaar breekbaar en lang
Zo hing ik als een spiegel die alles opvangt
Ik wilde glimmen een man keek in me
In het voorbijgaan een vrouw kijkt mij aan
Een kind springt op, een leuke kop

Tot ik dacht ik wil contact
Steeds behagen maakt me vlak
En er kwam ook meer kritiek
T spiegelbeeld beviel vaak niet

Op een dag de kasteelheer kwam
Hij keek in de spiegel en zag een vlam
Hij kuste zijn gezicht van licht
Het leek op een liefdesgedicht

Ik was meer dan zijn weerkaatsing
Viel omlaag en voelde grond
En hij vond mij een lekker ding
Kuste mij vol op de mond

Gesproken tekst op een muzieknummer van “Duality”

“Aan de ene kant de zon oranje, aan de andere kant de gevulde maan, zo trek ik door het winterlandschap met vreugd in mijn hart.”

Een balansmoment. Twee uitersten tegelijkertijd. Ik kijk naar het een, naar het ander, beiden tegelijk zien, lukt niet. Ik zit er middenin. Een paradox. Ik kan de balans alleen maar voelen, en bedenken. Ik neem hem niet waar. Wanneer weten en voelen samengaan, zon en maan, bevind ik me in een oneindige reflexie, een staat van oneindigheid.

Ik ben een sterfelijk wezen. Te beseffen dat ik sterfelijk ben, maakt dat ik besef wat oneindigheid is. Ik draag het besef van eindigheid en oneindigheid in me. De grenzen van leven en dood bewaar ik zelf, en ben daarmee grenzeloos begrensd; er zijn overal grenzen zonder dat ik weet welke grens de laatste is.

Daarom experimenteer ik.

Ik zie de herhaling van de seizoenen, ik zie kinderen geboren worden, veel te oude moeders achter kinderwagens, huizen gebouwd, ik erger me rot aan wegwerkzaamheden, en in gedachten kan ik de lijn oneindig lang doortrekken. Een grenzeloze machinerie die voortdendert en me verplettert.

Daarom experimenteer ik.

Wanneer ik dood ga weet ik dat anderen verder gaan. Niemand zal zijn pas inhouden, niemand zal wachten. Deze onzekerheid maakt dat ik het niet gemakkelijk vind om zonder angst te leven. Ik heb de neiging me vast te houden aan zekerheden, die steeds als schijnzekerheden door mijn vingers glippen. Ik maak oeverloos ruzie, zet mijn ego aan. Ik ben vatbaar voor verslavingen, heb een onmatige omgang met mijn matige lichaam. Ik verdoof mezelf om te ontsnappen aan het gebonk van de herhaling.

Daarom experimenteer ik.

Het Leven vouwt zich dankzij de herhaling steeds open in nieuwe facetten, als een caleidoscoop. Want zolang er ruimte is, kan er stromen.
Hoe leef ik mijn leven in dit stromen? Dan weer zet ik me af, versteen, word een steen in een rivierbed, of ik stroom, heb oog voor nuances en raak overspoeld. En soms, heel soms, ben ik steen en water tegelijk. Ik ben in balans. In het spiegelhol. Het hol is hol, ik ben heel.

Anselma Bueler

http://www.anselmabueler.nl/